367.12 Patroon template codes[//]

Met deze optie kunt templates voor verschijningspatronen beheren (toevoegen, wijzigen , verwijderen, kopiëren). U kunt ook templates toevoegen door gebruik van de optie "Opslaan als template" bij het definiëren van een verschijningspatroon in AFO 321 (zie de help van deze AFO voor meer informatie).
De hier gedefinieerde templates verschijnen in een dropdown lijst wanneer u in AFO 321 een nieuw type bezitsinfo definieert bij een abonnement.

Nadat u deze menu optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Na installatie staan hier diverse templates. Maar het staat u vrij om deze te verwijderen en uw eigen templates te maken.

Opties op het scherm

Invoeren: Kies deze optie om een nieuwe code te definiëren. Zie sectie 367.12.1.

Wijzigen: Selecteer een code en dan deze optie om de details te bekijken of wijzigen. Zie sectie 367.12.2.

Verwijderen: Selecteer een code en dan deze optie om deze te verwijderen. Het systeem vraagt om bevestiging.

Kopiëren: Selecteer een code en dan deze optie om een nieuwe code aan te maken gebaseerd op gegevens van de geselecteerde code.

367.12.1 Nieuwe patroon template code[//]

Invoeren: Kies deze optie om een nieuwe code te definiëren. Er verschijnt een invulscherm:

Voer een unieke code in en klik op OK, er wordt een invoerscherm getoond:

Zie de help voor AFO 321 voor Wijzigen groepen Type Bezitsinfo en Algemeen voor een volledige toelichting op dit scherm.

367.12.2 Wijzigen patroon template code[//]

Wijzigen: Selecteer een code en dan deze optie om de details te bekijken of wijzigen. Er wordt een overzichtsscherm getoond:

Zie de sectie over Details verschijningspatroon voor meer informatie over dit scherm.

Let op

Niet alle opties die beschikbaar zijn in AFO 321 zijn ook hier beschikbaar.

367.13 Bezitsinfo interpunctie[//]

Met deze optie kan men de instellingen voor interpunctie voor zowel MARC21 als UniMARC aanpassen, alsmede de parameter Forceer onderbreking zonder hiaat tussen delen in niet-gecomprimeerde bezitsinfo instellen. De standaard instellingen voor de interpunctie worden tussen haakjes weergegeven.

Nadat u deze optie heeft gekozen wordt onderstaand invulscherm getoond:

Velden op het scherm

Interpunctie instellingen: u kunt één of meer karakters invullen. Denk er om dat de standaarden voor interpunctie maar één karakter toestaan (zie Z39.71 en ISO10324 voor meer informatie).

Bijvoorbeeld:

Vol.1:Iss.3:Pt.1(2005:Jan)

     ^     ^    ^        ^

     |     |    |        num/chron scheidingsteken rechts

     |     |    num/chron scheidingsteken links

     |     scheidingsteken volgende niveau

     scheidingsteken 1e en 2e niveau

Vol.1:Iss.3(2005:Mar),Vol.1:Iss.6(2005:June)

                     ^

                     Hiaat (ontbrekende aflevering)

Vol.1:Iss.6(2005:June)-Vol.1:Iss.9(2005:Sep)

                                               ^

                                              Open einde indicator

Vol.1:Iss.3(2005:Mar);Vol.1:Iss.5(2005:May)

                     ^

                     Onderbreking zonder hiaat(ontbrekende aflevering niet gepubliceerd) 

Forceer onderbreking: Wanneer deze parameter niet is aangevinkt, dan worden niet-gecomprimeerde bezitsstrings gebouwd met het Data element scheidingsteken. Bijvoorbeeld:

Wanneer volumes 1, 2 en 3 aanwezig zijn, bouwt het systeem de bezitsstring als

v.1 v.2 v.3 (het Data element scheidingsteken (“ “) is gebruikt om de volumes te scheiden.

Wanneer deze parameter wel is aangevinkt, dan wordt het systeem gedwongen het scheidingsteken voor Onderbreking zonder hiaat te gebruiken (v.1;v.2;v.3)

Creëer hiaten voor impliciete ontbrekende delen: Wanneer deze parameter niet is aangevinkt, dan worden bezitsstring voor meerdelige werken zonder abonnement aangemaakt gebaseerd op de lijst van delen in het systeem. Delen die de bibliotheek niet in bezit heeft worden toch aan de lijst toegevoegd, ook al zijn ze niet ontvangen. Wanneer het bezit bestaat uit delen 1 t/m 6 en 9, wordt dit getoond als "1-9", implicerend dat deel 7 en 8 ook aanwezig zijn voor het plaatskenmerk.
Wanneer deze parameter wel is aangevinkt en de nummering van delen is numeriek, creëert het systeem hiaten in de bezitsstring wanneer de nummering niet aaneengesloten is. Wanneer het bezit bestaat uit delen 1 t/m 6 en 9, wordt dit getoond als "1 - 6 , 9".

Let op

Nadat de interpunctie is gewijzigd dient u de bezitsstrings opnieuw op te bouwen (zie hieronder).

367.14 Heropbouw systeemgegenereerde bezitsinfo[//]

Deze optie herbouwt alle door het systeem gegenereerde bezitsinformatie. Nadat u deze optie gekozen heeft, verschijnt het standaard scherm voor het uitvoeren van processen.

let op

Deze optie dient te worden uitgevoerd na het wijzigen van interpunctie (zie hierboven).


·                     Document control - Change History

 

Version

Date

Change description

Author

1.0

July 2008

Creation

 

2.0

August 2008

new option for (non)circulating issues; new options for punctuation and WebOpac display

 

2.1

December 2008

new option for label printing for issues; info on RFID web services

 

2.2

December 2008

new option for label printing; new punctuation parameter

 

3.0

August 2009

new mandatory fields; new deletion password for barcoded items; explanation of all field definitions; new options for binding
part of 2.0 updates

 

4.0

July 2010

New flag on form for issue status codes; changed info for some fields due to new AFO 279; more on issue status codes
part of 2.0.06 updates